Wat is de betekenis van Hak?

2024-04-19
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

HAK

Hugs and kisses

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hak

hak - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) hiel van de voet 2. verhoging onder een schoen bij de hiel 3. (gereedschap) werktuig om de grond mee open te hakken hak - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hakken ♢ Ik hak 2. gebiedende wijs van hakken ...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

hak

hak - zelfstandig naamwoord 1. onderste, achterste deel van je schoen ♢ zij loopt altijd op hoge hakken 1. met je hakken over de sloot [op het nippertje] 2. van de hak op de tak...

2024-04-19
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

hak

(zn) hiel HP.

2024-04-19
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Hak

Verliest men een hak van één van z’n schoenen, dan wil men vermoedelijk niet zonder meer grote uitgaven doen. Misschien verliest men z’n houvast ook een beetje, waarbij vooral de verworven bezittingen in twijfel worden getrokken. Wordt de hak echter vernieuwd, dan kunnen we op een solide compromis rekenen. (Zie ook ‘...

2024-04-19
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Hak

1. dat heeft niet veel om de -ken,dat heeft niet veel te bet., niet veel om het lijf. 2. de -ken in het zand zetten,zich verzetten. Misschien ontleend aan de soldatentaal? De bond vreest dat de SHB’ers de ‘hakken in het zand’ zullen zetten. (Trouw, 01/10/93)

2024-04-19
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

HAK

conservenfabriek te Giessen; in de twintiger jaren als kruidenierszaak, annex grossierderij begonnen, waar al spoedig de eigen produktie ter hand werd genomen. Na 1955 uitgegroeid tot de grootste Nederlandse producent van vanaf 1968 alleen in glas geconserveerde groenten en fruit van hoge kwaliteit, gebracht onder de fabrieksnaam Hak; heeft een nog...

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

hak

hak - in de verb.: hak in de vellen, coïtus; wrsch. is hak hier ‘houw, slag. stoot’ en vel ‘vrouw’ (vgl. piekedenieze). Hoe menighmael sy Piecke-denise gespeelt hadden, dat is te seggen hack in de Vellen, Pans Fluytje 1, 16 [1675],

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Watersport A-Z

Kramer en de Bruin (1971)

Hak

Hak - 1. Naar achteren uitstekend deel onder aan het schroefraam, dat het roer draagt en waarin de onderkant van de roerkoning is gelagerd. 2. achterwaartse verlenging van een roerblad onder de waterlijn. Komt vooral voor op oud-Hollandse schepen en dient om een groter bladoppervlak te krijgen, zo dat langzaam varend goed gemanoeuvreerd kan worden.