Wat is de betekenis van Hager?

2024-03-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Hager

pezig, schraal, lang en mager.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hager

m. (-s), arbeider aan een steenbakkerij die de haag op bouwt.

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hager

HAGER, m. (-s), arbeider aan eene steenbakkerij, die de haag opbouwt.