habitué
vaste bezoeker. vaste, trouwe bezoeker van enige uitgaansgelegenheid. Voorbeelden: Hij vond het moeilijk om contacten te leggen en gisteravond als altijd, keek hij wat om zich heen, met de rug naar de bar staand, groette een habitué, dronk, en verpulverde het zoveelste bierviltje. Jan Siebelink, Weerloos, 1984 Frederik...