Wat is de betekenis van Habena?

2024-04-19
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Hăbēna

ae, f. eig., houvast, vand. 1. riem (van een slinger); riem (als zweep of gesel). 2. in 't bijz., teugel (gewl. plur.). | overdr., poët. concr. van de zeilen, immittere habenas classi, met volle zeilen varen, Verg., habenis utitur, gebruikt de zeilen, Ov.; abstr., teugel, en poët.: bestuur, leiding, regering, rerum,...

2024-04-19
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Habena

werktuig waarmee de lippen eener wond worden bijeengetrokken.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Habena

HABENA, v. (-s), werktuig waarmee de lippen eener wond worden bijeengetrokken.