Wat is de betekenis van habbekras?

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Habbekras

(Barg.) bagatel; kleinigheid.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Habbekras

v. (-sen), (volkst.) kleinigheid.

2024-04-24
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

habbekras

bagatel. Voor een habbekras kwam hij weer in de lik.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

habbekras

habbekras - v., (argot), bagatel; kleinigheid.

Gerelateerde zoekopdrachten