Haardstede
s., hurdsté (it), -steed (it), hurdstal (it), fjûrsté (it).
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-n), 1. vuurplaats, haard; — bij uitbr. stookplaats: een huis met vier haardsteden: 2.(overdr.) woning, huis en erf: voor haardsteden en altaren vechten (Lat. pro aris et focis), voor zijn vaderland strijden; — woonplaats: naar zijn haardstede terugkeren <inz. van krijgslieden).
M. J. Koenen's (1937)
v. haardsteden (1 stookplaats; 2 fig. [eigen] woning, huis en erf): 1. ik heb drie haardsteden; belasting op haardsteden; 2. de troepen keren naar hun haardsteden terug, de oorlog is geëindigd; voor haardsteden en altaren vechten.
Jozef Verschueren (1930)
v.(-n) 1 .Eig. stookplaats, schoorsteen. 2. Metn. eigen woning : naar zijnterugkeren; voor -n en altaren vechten. voor vaderland en gosdienst.
J.H. van Dale (1898)
HAARDSTEDE, v. (-n), stookplaats: een huis met vier haardsteden; huis en erf voor haardsteden en altaren vechten, voor zijn vaderland strijden; naar zijne haardstede wederkeeren. HAARDSTEDENGELD, o. schoorsteengeld, belasting op de haardsteden.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: