Wat is de betekenis van haardos?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haardos

haardos - Zelfstandignaamwoord 1. alle haren die boven op de schedel van een mens zitten Net als Sharon droeg de bezoeker een gezaghebbende, rood en geelbruin gemêleerde bril. De dragende neus was gekromd en vrij rood. De huid op zijn slapen, gevlekt en bleker van tint, mortadella-achtig, getuigde van licht...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

haardos

haardos - zelfstandig naamwoord uitspraak: haar-dos 1. het haar op je hoofd ♢ hij heeft een prachtige haardos Zelfstandig naamwoord: haar-dos de haardos de haardossen ...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

haardos

(baie, welige) hare.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haardos

m., het gezamenlijke hoofdhaar van een mens, al of niet als sieraad beschouwd.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haardos

(‘ha:r) m. hoofdhaar als sieraad beschouwd.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

haardos

m., het gezamenlijke hoofdhaar van een mens.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haardos

HAARDOS, m. het gezamenlijke hoofdhaar van den mensch.