Wat is de betekenis van Haard?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haard

haard - Zelfstandignaamwoord 1. een plaats in de woning bedoeld om er een vuur te branden Hij warmde zijn koude handen bij de haard. 2. een plaats van waaruit zich een ziekte of andere ramp verspreidt, een focus De haard van deze aardbeving bevond zich r...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

haard

haard - zelfstandig naamwoord 1. apparaat waarmee je een huis verwarmt ♢ doe de haard aan, het is hier koud! 1. open haard [open stookplaats onder de schoorsteen] 2. eigen haard...

2024-04-23
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Haard

De haard is sinds de oudheid het symbool van de familie die ons warmte en geborgenheid geeft. In dromen van de haard wordt veel over de levensomstandigheden gezegd. Gaat bijvoorbeeld het haardvuur uit, dan is dat een signaal, dat er iets in ons innerlijk niet in orde is. Sommige psychoanalytici interpreteren de haard in dromen van mannen als een ui...

2024-04-23
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

haard

haard - Wordt gebruikt voor de vloeren van open haarden en de delen van de vloer die daar direct naast liggen.

2024-04-23
Encyclopedie van Noord Brabant

Anton van Oirschot (1985-1986)

HAARD

of d’n herd; oorspronkelijk vrij open vuur in het midden van het vertrek; later overgebracht naar een der wanden onder de schoorsteen, met een ijzeren plaat tegen de muur. De haard of schouw was dikwijls versierd met tegeltjes. In de schoorsteen werden worsten en hammen gerookt. Dikwijls was daar ook nog een speciaal kastje voor aangebracht....

2024-04-23
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Haard

‘Een haard van besmetting. De haard van de opstand.’ (Van Dale) Aan het begin van de eeuw werd haard in de zin van ‘centrum, middelpunt, brandpunt’ als een grof germanisme (D. ‘Herd’) afgekeurd. Nu wordt het echter algemeen als ingeburgerd beschouwd. De enige die het nog als germanisme vermeldt is Koenen.

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

haard

vuurmaakplek; tuiste.

2024-04-23
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Haard

focus, de plaats van waaruit de ziekteverschijnselen worden veroorzaakt of onderhouden; zo vormt een bacillendrager de haard van een epidemie, een litteken in de hersenschors de haard van (focale) epilepsie, een chronische ontsteking in een tonsil de haard van een infectieuze ziekte (bijv. rheuma), enz.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Haard

(volksk.) de h. lag oorspronkelijk niet aan de muur van het woonhuis, maar midden in de kamer (z. Los hoes). Toen de h. aan de wand kwam, boette men het vuur in tegen een staande ijzeren plaat erachter, terwijl er een liggende haardplaat omheen werd gelegd. Aan weerszijden van de li. had men in de boerderij graag tegels. Boven de h. bevond zich de...