Wat is de betekenis van Haam (paarden)?

2024-03-28
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Haam (paarden)

Met leer bekleed, ringvormig halsjuk voor paarden (afb. blz. 149). In Zuid-Holland noemt men dit een gareel, terwijl daar een haam een borsttuig (trekzeel) is (afb. blz. 183). Hamaker is een geslachtsnaam, ontstaan uit haammaker, een woord, dat in de Meierij van Den Bosch nog voor zadelmaker in gebruik is.