Wat is de betekenis van Haakschop?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haakschop

v. (-pen), stok van een schaapherder, van onderen van een schopje, van boven van een haak voorzien.

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haakschop

v. haakschoppen (stok van den scheper met boven een haak, onder een schopje).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haakschop

('ha:k) v. (-pen) schaapherdersstok met van onderen een schopje, van boven een haak.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

haakschop

v./m. (-pen), stok van een schaapherder, van onderen van een schopje, van boven van een haak voorzien.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haakschop

HAAKSCHOP, v. (-pen), stok van een schaapherder, van onderen van een schopje, van boven van een haak voorzien.

Gerelateerde zoekopdrachten