Wat is de betekenis van Haakschoon?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haakschoon

bn., (gew.) schoon aan de haak: dat varken woog haakschoon 125 kg.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haakschoon

HAAKSCHOON, bn. schoon aan den haak dat varken woog haakschoon 125 K.G.

Gerelateerde zoekopdrachten