Wat is de betekenis van Haaiebek?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haaiebek

m. (-ken), 1. bek van een haai; 2. iem. met een ingevallen mond en sterk terugwijkende kin; 3. (scheepst.) langwerpige insnijding in het doek der kampagnetent om de hoofdtouwen van het want, de stagen enz. door te laten.

2024-03-29
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Haaiebek

Haaiebek - Een insnijding, gemaakt in een scheepstent, om de hoofdtouwen van het want, de stagen, enz. te laten passeeren. De randen dezer insnijdingen zijn gewoonlijk met leder bekleed tegen het scheurden.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

haaiebek

m. (-ken), 1. bek van een haai; 2. iemand met een ingevallen mond en sterk terugwijkende kin; 3. (zeilvaart) langwerpige insnijding in het doek van een kampanjetent om de hoofdtouwen van het want door te laten.

Wil je toegang tot alle 4 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haaiebek

HAAIEBEK, m. (-ken), bek van een haai; iem. met een ingevallen mond en sterk wegloopende kin; - — (scheepst.) langwerpige insnijding in het doek der kampagnetent; ...MAAG, v. (...magen), maag van een haai; (ook) maag die alles verdragen kan.

Gerelateerde zoekopdrachten