Wat is de betekenis van Haagschaar?

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

haagschaar

heggenschaar Ik legde gekleurde Kleenex op haar schouders en nam de haagschaar uit de berging en knipte vijftien centimeter van haar lange, glanzende haar zodat het niet langer als een theaterpruik over haar schouders naar beneden golfde tot op haar smalle, verrukkelijke heupen maar enkel tot net onder haar kleine, begeerlijke, beweeglij...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haagschaar

v. (...scharen), grote schaar met houten handvatsels om hagen te snoeien.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haagschaar

v. haagscharen (grote schaar, om de heg te scheren of te snoeien).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

haagschaar

('ha:ch) v. (...scharen) grote schaar om hagen (mee) te knippen.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Haagschaar

HAAGSCHAAR, v. (...scharen), eene groote schaar met houten handvatsels om hagen te snoeien; ...SCHEERSEL, o. wat door middel van de haagschaar is weggesneden; ...VORSCH, m. (-en), zie haagpuit; ...WEDUWE, v. (-n), (Zuidn.) ongehuwde moeder; ...WINDE, v. (plantk.) eene der drie soorten van het geslacht winde (convolvulus sepium), die in Ned. in &...

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)