Wat is de betekenis van haagbeuk?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

haagbeuk

haagbeuk - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Carpinus betulus boom uit de berkenfamilie Betulaceae die veel in heggen voorkomt Woordherkomst samenstelling van haag en beuk Synoniemen gewone haagbeuk

2024-04-25
De complete Snoei encyclopedie

Bert Huls (2003)

Haagbeuk

Carpinus betulus: De haagbeuk (Carpinus betulus) wordt veel verward met de gewone beuk (Fagus sylvatica). De naam doet er al geen goed aan en voor een leek hebben ze ook in blad veel overeenkomsten. De haagbeuk vertoont echter één duidelijk verschil met de echte beuk. In de wintermaanden verliest deze plant zijn blad geheel. Een haag...

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

haagbeuk

haagbeuk - Kleine tot middelgrote boom met een gedraaide stam die zich wijd vertakt. Kan 20 meter hoog worden. Eén variëteit heeft zowel normale als eikachtige bladeren aan dezelfde boom. Men gebruikt de boom voor landschapsarchitectuur, voornamelijk voor hoge heggen en het snoeien van figuren. Ook maakt men van de haagbeuk hardhout, br...

2024-04-25
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

HAAGBEUK

(Carpmus bétulus). Enigszins op → beuk en → iep gelijkende boom of struik. Van de eerste onderscheidt de haagbeuk zich door een gezaagde bladrand en van de tweede door een gladde stam en een meer symmetrische bladvoet. Waarschijnlijk komt de haagbeuk van nature niet in Zeeland voor. Deze soort is echter vrij veel aangeplant,...

2024-04-25
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Haagbeuk

Carpinus betulus L., fam. Betulaceae, tribus Coryleae, die behoort tot de groep van nootvruchtachtige katjesdragers zonder bekervormig verhoogde bloembodem. De h. heeft dus niets met de gewone beuk uit te staan. De bladeren zijn ruwer dan van de gewone beuk, de knoppen korter, de stam niet rond, maar typisch van lijsten voorzien. Hij wordt geen gro...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haagbeuk

m. (-en), soort van beuk (Carpinus. betulus) die het meest voor heggen gekweekt wordt.

2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

HAAGBEUK

behorende tot het geslacht Carpinus van de familie der Betulaceae, dat ca 26 soorten bevat die voorkomen van Europa tot in Oost-Azië en voorts in Noord-Amerika. Zij vormen kleine tot middelhoge bomen. De Europese haagbeuk, ook wel steenbeuk, juk- of wielboom genaamd (Carpinus Betulus L.), komt v...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

haagbeuk

m. haagbeuken (beuk, die voor heggen gebruikt wordt; Lat. carpinus betulus).

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Haagbeuk

boom en heester, veel overeenkomst m/d gewonen → beuk, in streken o/d Middell. Zee.