Wat is de betekenis van guur?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

guur

(1980+) (jeugd) stoer. • Het is helemaal 'guur' (Hondarijdersjargon voor stoer) als ze hun felrode lippenstift nog wat aandikken voordat ze wegrijden. (Club, september 1987) • Ook wordt guur tegenwoordig weer gebruikt voor personen. NRC Handelsblad zette ‘gure buren’ in een kop. En dat waren geen vriendelijk...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

guur

guur - Bijvoeglijk naamwoord 1. kil, koud, winderig en regenachtig Het is vandaag zo guur dat er bijna niemand op straat is. Verwante begrippen onguur

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

guur

guur - bijvoeglijk naamwoord 1. nat, winderig en onaangenaam koud ♢ blijf maar lekker binnen, het is guur buiten Bijvoeglijk naamwoord: guur ... is guurder dan ... het guurst de...

2024-04-24
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

guur

onaangenaam koel, fris (gezegd van het weer). De dag is zonnig en blij ondanks de hitte, of regenachtig en guur, zodat een vreemde weemoed met de vochtigheid van de atmosfeer je borst binnensluipt (de Rooy 1979: 18). - Etym.: AN g. (indien gezegd van het weer) = onaangenaam koud en winderig, vaak tevens regenachtig; zulk weer komt in Suriname niet...

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

guur

(gure), skraal, snydend.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Guur

adj., wreed, kâld, ûnlijich, goar, goarrich.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Guur

bn. bw. (-der, -st), (van wind en weder), snijdend, droog, onaangenaam koud : het is guur vandaag : de noordenwind, is guur ; een gure najaarsdag; de gure wintervlagen.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

guur

bn., bw.; guurder, guurst (winderig, koud, schraal): guur weer; gure vlagen; het blijft guur; het gure Noorden, onherbergzaam; het gure strand, bar; het waait snijdend.