Wat is de betekenis van gunstig?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gunstig

gunstig - Bijvoeglijk naamwoord 1. ten voordeel strekkend Regelmatig slikken van vitamines heeft een gunstige invloed op de gezondheid. Woordherkomst afgeleid van gunst met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen goedgezind, toegenegen, welgezind

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gunstig

gunstig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gun-stig 1. wat iemand voordeel geeft, wat geschikt is ♢ het weer is gunstig voor de boottocht 1. in het gunstigste geval [als zich de beste mogelijkheid...

2024-04-23
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gunstig

welwillend; voordelig.

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gunstig

adj. & adv., gunstich; — gezind hoask, hûsk; iem.gezind zijn, immen hou en trou wêze; de omstandigheden zijn ons —, it wierret ús yn ’e kaert, it wierret, waret ús mei; het laat zich nietaanzien, it liket net sa sjoch; in de -ste zi...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gunstig

bil. bw. (-er, -st), 1. vervuld van of blijk gevend van goede gezindheid (jegens iem.), goedgunstig: het lot was mij gunstig; — iemand, een gunstig oor lenen, welwillend naar hem luisteren; — een gunstig onthaal vinden, goed opgenomen worden ; — een gunstig antwoord, dat een toestemming inhoudt; een...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gunstig

bn., bw. (1 genadig; 2 goed gezind; tot een goede uitslag brengend, voordelig, voorspoedig, gewenst; welwillend; geschikt; 3 aangenaam, innemend; vertrouwen wekkend): 1. God zij u gunstig! o God, zie gunstig op ons neer; 2. het geluk was hem gunstig; een gunstige gelegenheid, een gunstige uitslag, een gunstige wind; gunstig op iets beschikken; dit...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gunstig

bn. en bw. (-er, -st) 1. goedgezind, welwillend: iemand zijn; een onthaal; een oog op iemand werpen. 2. voorspoedig: een jaar; een -e wending; het geluk was hem een -e uitslag; gelegen. Syn. ➝ batig. 3. goed. voordelig: de wind is voor de reis. 4. aangenaam, innemend: een uiterlijk. 5. toestemmend: op iets beschikken.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gunstig

bn. en bw. (-er, -st), 1. vervuld van of blijk gevend van goede gezindheid (jegens iemand): het lot was mij —; iemand een — oor lenen, welwillend naar hem luisteren; een — onthaal vinden, goed opgenomen worden; een antwoord, dat een toestemming inhoudt; een gunstige beschikking; 2. tot nut, tot baat, dienstig: de wind was —...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)