gunnen
...
Wiktionary (2019)
gunnen - Werkwoord 1. voldoening hebben dat iemand anders iets heeft of verkrijgt ♢ Die promotie was hem zeker gegund.
Muiswerk Educatief (2017)
gunnen - regelmatig werkwoord uitspraak: gun-nen 1. zonder jaloezie toestaan dat iemand anders iets heeft ♢ hij gunt mij die dure auto wel 2. iets aan jezelf toestaan ♢ ze gunt zich geen moment...
H. van Lieshout (2007)
Het proces van het inhuren van re-integratiebedrijven voor het re-integreren van relatief moeilijk plaatsbare werkzoekenden.
Van Dale Uitgevers (1950)
(gunde, heeft gegund), 1. uit genade, goedertieren- of welwillendheid verlenen, schenken : iem. genade gunnen ; genieten van wat de Heer ons gunt; — het was hem niet gegund haar nog te zien, het lot had het anders beschikt; — in zwakkere opvatting : vriendelijk schenken of toestaan: iemand een blik op iets gunnen ;...
M. J. Koenen's (1937)
gunde, h. gegund (1 gaarne hebben, dat iem. iets krijgt of heeft; 2 toestaan, verlenen, toewijzen; 3 laten): 1. ik gun hem dit voordeel van harte; iem. de klandizie gunnen; het is je gegund! 2. de uren, ons nog gegund; de aanbesteding is hem gegund; iem. de eer het genoegen gunnen, zich geen rust veroorloven; 3. iem. geen tijd gunnen; zegsw. ik gu...
Jozef Verschueren (1930)
(gunde, heeft gegund) 1. toestaan, verlenen, bewijzen: de tijd die God ons gunt; iemand de eer, het genoegen -; iemand de klandizie -. ➝ beet. 2. veroorloven, laten; zich geen rust -. 3. gaarne hebben dat iemand iets heeft, krijgt: het is je gegund! Ik gun je dat of die pret, ik benijd je niet. Tgst. ➝ benijden.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: