Wat is de betekenis van gulzig?

2024-04-19
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

gulzig

Gulzig is een bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands en verwijst naar iemand die veel eet of iets met veel haast en ongeduld wilt hebben. Het kan ook worden gebruikt om iemand te beschrijven die onredelijk of onbeheerst is in zijn verlangen naar iets. Bijvoorbeeld: "De jongen was gulzig en at al zijn koekjes in één keer op,"...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gulzig

gulzig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met overmatige gretigheid iets verorberend De gulzige wolven maakten snel korte metten met hun prooi. gulzig - Bijwoord 1. met schrokkige haast Woordherkomst Afkomstig van het Middelnederlandse bijvoeglijke naamwoord guls (= gulzi...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gulzig

gulzig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gul-zig 1. snel en gretig eten of drinken ♢ gulzig begon Arie aan zijn gebakje Bijvoeglijk naamwoord: gul-zig ... is gulziger dan ... het gulzig...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gulzig

adj. & adv., roppich, skrokkich; — drinken, stjalpich drinke, bealgje, bjalgje; — eten, skrokke, skrokje.

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gulzig

bn. bw. (-er, -st), 1. snel en onmatig spijs of drank verorberende : wees niet zo gulzig; met gulzige teugen ledigde hij zijn glas; — gretig; schrokachtig, vraatzuchtig; — blijk gevend van begerigheid : met gulzige blikken keek hij naar het brood; — (fig.) de gulzige muil van de dood; — (bw.) op een gulz...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gulzig

bn., bw. (gretig naar spijs, schrokkig, vraatzuchtig): een gulzige hond; gulzig eten, onmatig; fig. met gulzige blikken, zeer begerig.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gulzig

bn. en bw. (-er, -st) 1. ongeregeld begerig, gretig inz. naar spijs: een dier: met -e blikken. 2. snel en onmatig etend: wees niet zo -. Tgst. matig.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gulzig

bn. en bw. (-er, -st), snel en onmatig in het verorberen van spijs of drank: wees niet zo met gulzige teugen ledigde hij zijn glas; blijk gevend van begerigheid: met gulzige blikken keek hij naar het brood; (bw.) op een gulzige wijze: eten.