Wat is de betekenis van Guizig?

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Guizig

bn., (gew.) begerig, verlangende, tuk op.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Guizig

GUIZIG, bn. (-er, -st), (gew.) begeerig, verlangende, tuk op.

Gerelateerde zoekopdrachten