Wat is de betekenis van Gruit?

2024-04-19
Bierwoordenboek

Bierwoordenboek.nl (2017)

Gruit

Gruit is een mengsel van diverse kruiden met vooral gagel en rozemarijn en verder streekgebonden kruiden, zoals bijvoorbeeld duizendblad, serpentijn, laurierbessen, dennenhars, salie, lavendel, jeneverbes, kaneel, nootmuskaat, struikheide, enz. Gruit was het kruidenmengsel dat vroeger met name door de monniken (en de tijd ervoor) werd gebruikt bij...

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gruit

v., 1. (veroud.) plantaardig, kruidend toevoegsel aan het tot bier bestemde brouwvocht (in de 14de eeuw door de hop vervangen), waarvan in de middeleeuwen de alleenverkoop aan de landsheer toekwam: het recht van de gruit, het doorgaans verpachte recht van het verkopen van de gruit aan de brouwers, (later) een belasting op het gebrouwen bier...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gruit

v. (plantaardige stof voor het brouwsel, later vervangen door hop), vero.

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gruit

Gruit - Ingrediënt, dat vroeger gebruikt werd bij het brouwen van bier, waarvan men de samenstelling evenwel niet meer kent. Deze stof werd vermoedelijk bewaard in stapelplaatsen van den heer of van de stad (vandaar het woord gruithuis), waar belanghebbenden tegen betaling van een recht aan den heer of aan de stad de beschikking konden krijgen...

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gruit

v. Veroud. stof vroeger bij de bierbereiding gebruikt, vóór het aanwenden van de hop.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

gruit

gruit - v., droesem, slordig werk.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gruit

GRUIT, v. (veroud.) zeker plantaardig, kruidend oevoegsel aan het tot bier bestemde brouwvocht (in de 14de eeuw door de hop vervangen), waarvan in de middeleeuwen de alleenverkoop aan den landheer toekwam het recht van de gruit, het doorgaans verpachte recht van het verkoopen van de gruit aan de brouwers, (later) eene belasting op het gebrouwen bie...

2024-04-19
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Gruit

Gruit, (B. *-TE), v. gmv. droesem; (fig.) de - in iets brengen, iets bederven.