Wat is de betekenis van grosso modo?

2024-04-20
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

grosso modo

"Grosso modo" is een Italiaanse uitdrukking die wordt gebruikt om aan te geven dat iets grofweg of ongeveer zo is. Het wordt vaak gebruikt om aan te geven dat iets een algemene of globale benadering is, en dat er eventuele uitzonderingen of details kunnen zijn.

2024-04-20
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

grosso modo

ruw geschat; grofweg. (Latijn) ruw geschat; naar schatting; over het geheel genomen; alles bij elkaar; zo ongeveer; grofweg; ruwweg. Voorbeelden: In de grote zaal achter de expositieruimte zijn honderden schilderijen kriskras door elkaar opgeslagen; meestal afkomstig van erfenissen of uitverkoop. Je moet er zelf uitzoeken wat je beva...

2024-04-20
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

grosso modo

grofweg, grotendeels, in grote lijnen uitspraak [gros-so mo-do] citaat “Toch blijft de academische wereld grosso modo vasthouden aan het nieuwe evangelie. ‘Het is een gigantische trend, die we niet in de hand hebben’, zei de Amsterdamse hoogleraar psychologie Han van der Maas nog afgelopen dinsdag in NRC Handelsblad. ‘We m...

2024-04-20
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Grosso modo

afk. gr.m. [Lat.] in grote trekken, ruw geschat, ongeveer; (op recepten) grof gestoten of gesneden.

2024-04-20
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Grosso modo

grof geschat

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Grosso modo

ruw berekend; ongeveer; op recepten: grof gestoten of gesneden

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grosso modo

(Vuig. Lat.), ruw geschat ; ongeveer.

2024-04-20
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

grosso modo

(It.) ten ruwste, ongeveer; grof gestoten of gesneden (op recepten argekort gr. m.). grotesk. wonderlijk, bespottelijk, dwaas, vreemdsoortig.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grosso modo

[Lat.] ruwweg, ongeveer.