Wat is de betekenis van grossierderij?

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grossierderij

grossierderij - Zelfstandignaamwoord 1. (bedrijf) groothandel Woordherkomst Naamwoord van handeling van grossieren met het achtervoegsel -erij

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grossierderij

v. (-en), groothandel.

2024-04-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grossierderij

v. grossierderijen (groothandel, en-groshandel): een grossierderij in wijnen.

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grossierderij

v. (-en) 1. Eig. instelling der grossiers. 2. Metn. gezamenlijke grossiers.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grossierderij

v. (-en), grossiersbedrijf.

2024-04-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)