Wat is de betekenis van Grootwoord?

2024-03-29
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grootwoord

vloekwoord.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootwoord

GROOTWOORD, o. (-en), (Z. A.) vloekwoord, vloek, inz. in kindertaal.

Gerelateerde zoekopdrachten