grootvader
opa. vader van iemands vader of moeder; opa. Voorbeelden: De vrouwen hadden zich met de vaat in de keuken teruggetrokken, de ooms, grootvaders en vaders bleven met de kinderen aan tafel zitten. Elisabeth Reichart, Het zondagsgebraad, 2001 Eerst komt een beeld waarop grootvader met al zijn zonen te zien is, daarna komen ze een...