Wat is de betekenis van Grootsteedsch?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grootsteedsch

GROOTSTEEDSCH, bn. zooals in groote steden gebruikelijk is (in tegenst. met kleinsteedsch): het grootsteedsche leven; de straten en winkels zijn fraai, maar zonder karakter, op zijn modern grootsteedsch.

Gerelateerde zoekopdrachten