Grootoor
v. (...oren), inheemse soort van vleermuis (Plecotus auritus), die zich kenmerkt door zeer grote oren.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...oren), inheemse soort van vleermuis (Plecotus auritus), die zich kenmerkt door zeer grote oren.
Jozef Verschueren (1930)
(...oren) 1. m. en v. persoon met grote oren. 2. v. inheemse vleermuis met grote oren en ver uitspanbare vlieghuid (Plecotus auritus): de slaapt over dag en fladdert geruisloos in de warme nachten.
J.H. van Dale (1898)
GROOTOOR, m, en v. (-en), iem. die groote ooren heeft; — (ook) groote soort van vleermuis (plecotus auritus), die zich kenmerkt door zeer groote ooren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: