grootoog
(de, -ogen), (veroud.) vieroog (hoogkijker, hoogspringer), een vis die meer bekend is als koetai (z.a.). De Groot-oog, door de Negers Coutai genaamd, ontleent dien naam aan zyne groote Oogen, die hem wel een half Duim uit den Kop staan (Hartsinck 1770: 123; enige vindpl.). - Etym.: Zie het cit.