Wat is de betekenis van Groothandel?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

groothandel

Het begrip groothandel heeft 3 verschillende betekenissen: 1) handel in het groot. handel waarbij grote partijen goederen die zijn aangekocht bij producenten en importeurs in kleinere hoeveelheden en aantallen worden verdeeld en doorverkocht aan kleinhandelaars en grootverbruikers; handel in het groot. 2) groothandelsbedrijf. bedrijf...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groothandel

groothandel - Zelfstandignaamwoord 1. (economie) de handel die producten van fabrikanten koopt en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars. 2. (economie) (bedrijf) een bedrijf die producten van fabrikanten koopt en doorverkoopt aan o.a. kleinhandelaars. Woordherkomst samenstelling van groot en handel Synoniemen grossier...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

groothandel

groothandel - zelfstandig naamwoord uitspraak: groot-han-del 1. zaak die artikelen doorverkoopt aan winkels ♢ de winkelier bestelt nieuwe voorraden bij de groothandel Zelfstandig naamwoord: groot-han-del de groothand...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Nick Felix

Nick Felix (2014)

Groothandel

Een groothandel is een onderneming die tussen de fabrikanten en de detailhandel of horeca zit. Het gaat hier altijd om de handel in grotere hoeveelheden goederen. Daarnaast is de groothandel niet bedoeld voor particulieren; gebruikers moeten ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Een klein bedrijf koopt goederen zelden rechtstreeks bij een...