Wat is de betekenis van Groote?

2024-04-25
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Groote

Groote, Geert, Nederlands mysticus en prediker, *1340 Deventer, +20.8.1384 Deventer. Groote studeerde theologie, rechten en medicijnen. Vanaf 1358 was hij magister artium in Parijs en vanaf 1379 diaken in het bisdom Utrecht. Vanwege zijn openbare prediking tegen kerkelijke misstanden en tegen de nadruk op uiterlijkheden werd hem in 1383 een preekve...

2024-04-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Groote

Groote - Geert, ➝ Geert Groote.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Groote

1. (Geert) Nederlands prediker, ° okt. 1340 te Deventer, studeerde te Parijs en te Keulen, stond, als diaken, enige tijd onder de leiding van een kartuizer van Monnikshuizen bij Arnhem, vertoefde enige dagen bij Ruysbroeek te Groenendaal, † te Deventer 20 aug. 1384 aan de pest, bij het verplegen van een van zijn vrienden. Hij was een hef...

2024-04-25
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Groote

Geert Groote of Groete, ook wel volgens de gewoonte van zijn tijd Gerhardus Magnus genaamd, (1340—1384) was een Nederlands godsdienstleraar, die zeer beroemd was om zijn geleerdheid. Aanvankelijk was hij kanunnik van Keulen en Aken, doch weldra deed hij afstand van zijn inkomsten en vestigde zich in het Karthuizer klooster Monnikenhuizen bij...

2024-04-25
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Groote

Groote - (A. W.), geb. in 1859 te Amsterdam, volgde de militaire loopbaan, werd de ontwerper van een kortschrift, dat de goede eigenschappen van’t gewone schrift zou behouden. De teekens werden ontleend aan de gewone schriftteekens (grafisch beginsel), waardoor eveneens een loopend schrift ontstaat, en het systeem voorts opgebouwd uit louter letter...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Groote

Geert, Ned. prediker en mysticus, *(?).10. 1340 Deventer, †20.8.1384 Deventer. Groote werd in 1358 magister artium te Parijs. Hij studeerde daarna theologie, rechten en medicijnen en verbleef van 1376—79 in de kartuis Munnikhuizen bij Arnhem. Hij onderging de invloed van →Eckehart en →Ruusbroec. In 1379 werd hij diaken in het...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Groote

GROOTE, m. en v. (-n), het bn. groot zelfst. gebezigd; de grooten (in tegenst. met de kleintjes), de oudere leerlingen op eene school; — (ook) de groote lui, de aanzienlijken (zegsw.) wanneer het op de grooten regent, druipt het op de kleinen, de kleine man lijdt in ruime mate van den tegenspoed der grooten; — (inz.) de adel, de regeer...

2024-04-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Groote

Groote (Geert of Gerard) of Geert Groote (Gerardus Magnus), een uitstekend Nederlandsch godsdienstleeraar, tevens de stichter van eene merkwaardige, naar hem genoemde broederschap, geboren te Deventer, waar zijn vader burgemeester was, in October 1340, oefende zich reeds in zijne jeugd met den meesten ijver en bezocht vervolgens de hoogeschool te P...

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

groote

Monetae argentae genus varij apud varios pretij vulgò grossus. ger. gros gal gros: ital. grossone: hisp. gruesso: ang. grote. Brabant. triens. i. tertiapars stuferi: fland. medium sestertij.