grootbek
1) (19e eeuw) (inf.) iemand met een grote mond. • (K. ter Laan: Nieuw Groninger Woordenboek 1924-1929) • Coup de tonnere! Dat betekent donderslag. Niet in den huize Electro Vossen, waar men wel in feeststemming moot zijn geweest en heim'lijk lachend om „de dumme Hollander", maar in do hersens van een groep Maastrichtenaren, die bez...