Groot-nederland
o., aanduiding van het gehele gebied waar Nederlands gesproken wordt, dus behalve Nederland ook een deel van België, Zuid-Afrika, N.-Indië enz. omvattend.
Van Dale Uitgevers (1950)
o., aanduiding van het gehele gebied waar Nederlands gesproken wordt, dus behalve Nederland ook een deel van België, Zuid-Afrika, N.-Indië enz. omvattend.
M. J. Koenen's (1937)
o. (het gebied der Nederlands sprekenden en schrijvenden, waar ter wereld die lieden ook wonen).
Jozef Verschueren (1930)
o. 1. Eig. geheel der Nederlandssprekenden in Nederland, Vlaanderen, Zuid-Afrika, Oost-Indië, Nederlands-West-Indië, Noord-Amerika enz. 2. Metn. letterkundig maandschrift van de Nederlandse stam. Nederlanders in: 1. Nederland 10 000 000 2. Vlaanderen 4 500 000 3. Zuid-Afrika 1 000 000 4. Frans-Vlaanderen 250 000 5. Westfalen 200 000 6....
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: