Wat is de betekenis van grondwettelijk?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grondwettelijk

grondwettelijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. volgens de artikelen van de constitutie Van niemand wordt gevraagd de eigen herkomst of cultuur te verloochenen, maar aan grondwettelijk vastgelegde normen kan niet worden getornd en tegen intimidatie en geweld wordt hard opgetreden. (grondwet 2016)...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grondwettelijk

grondwettelijk - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: grond-wet-te-lijk 1. wat in de grondwet is vastgelegd ♢ vrijheid van meningsuiting is een grondwettelijk recht 2. wat betrekking heeft op de grondwet ...

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondwettelijk

bn., 1. tot de grondwet behorende, in de grondwet omschreven, bij de grondwet vastgesteld enz.: de uitvoering van grondwettelijke voorschriften ; 2. op een grondwet gevestigd, constitutioneel: een grondwettelijke souvereiniteit.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondwettelijk

bn., bw. (1 tot de grondwet behorende; in de grondwet omschreven; bij de grondwet vastgesteld, verzekerd enz.; 2 v. e. staat: met een grondwet; op een grondwet gevestigd; constitutioneel). 1. een grondwettelijke bepaling, macht, waarborg; 2. een grondwettelijke regering.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondwettelijk

bn. 1. van, behorend tot de grondwet: -e voorschriften; een -e waarborg. 2. op een grondwet gevestigd: een -e staat. Syn. konstitutioneel.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grondwettelijk

bn., 1. tot de grondwet behorende, in de grondwet omschreven, bij de grondwet vastgesteld enz.; 2. op een grondwet gevestigd, constitutioneel: een grondwettelijke soevereiniteit.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grondwettelijk

GRONDWETTELIJK, bn. tot de grondwet behoorende, in de grondwet ontschreven, bij de grondwet vastgesteld, enz.: de uitvoering van grondwettelijke voorschriften; — constitutioneel; eene grondwettelijke souvereiniteit.