Wat is de betekenis van Grondvest?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondvest

v. (-en), grondslag, fondament, eig. en fig.: Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten (Ps. 104 : 5) ; de hevige slag deed het gebouw op zijn grondvesten wankelen.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondvest

v. grondvesten, inz. in het mv. (grondslag, fundament): het huis schudde op zijn grondvesten; fig. de grondvesten der koloniale macht doen wankelen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondvest

v. (-en) [vast] 1. Eig. grondslag fondement: het huis schudde, bij die ontploffing, op zijn -en. 2. Metf. datgene waarop iets rust, gevestigd is: de -en van iemands macht aan 't wankelen brengen.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grondvest

v./m. (-en), grondslag, fundament, eig. en fig.: de hevige slag deed het gebouw op zijn grondvesten wankelen.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grondvest

GRONDVEST, v. (-en), grondslag, fondament: hij heeft de aarde gegrond op hare grondvesten; de hevige slag deed het gebouw op zijne grondvesten wankelen.

2024-04-25
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Grondvest

zie Fondéring.