Wat is de betekenis van grondig?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grondig

grondig - Bijvoeglijk naamwoord 1. vrijwel overal aandacht aan schenkend Dat onderzoek had grondiger gekund. 2. ~e smaak naar aarde smakend Als je de karpers een tijd in een bak schoon water houdt verliezen ze hun grondige smaak wat. ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

grondig

grondig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: gron-dig 1. met veel aandacht en veel inzet ♢ de fraude werd grondig onderzocht Bijvoeglijk naamwoord: gron-dig ... is grondiger dan ... het gr...

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

grondig

1. Diep, innig. Thans zult ge uw grondig wezen ontdekken, Rafaël, het enige dat belang heeft, en zo lang heeft gezucht om uw gesluierde ziel te worden veropenbaard, TEIRLINCK 1952, 2, 200. 2. In verb. met dag, nacht enz.: heel, godgans(elijk). Het mansvolk werkte geen slag meer en zat de gronzige dag in de herberg, CLAES 1960. Zo gin...

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

grondig

deeglik, diepgaande.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Grondig

adj. & adv., grounich.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondig

bn. bw. (-er, -st), 1. niet oppervlakkig, diepgaand, degelijk: grondig onderricht; een grondig kenner en beoefenaar onzer letteren; een grondig onderzoek ; — (bw.) op grondige wijze, degelijk : hij verstaat zijn talen grondig ; de wiskunde grondig leren ; — (w. g.) diep, innig: het speet hem grondig; 2. het wezen der ...

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondig

I. bn. (1 op vaste grond steunende, stevig, degelijk, zakelijk, weldoordacht; 2 van water: met gronddeeltjes; van vis: naar aarde smakend): a) grondig onderwijs, een grondig onderzoek, een grondige verbetering, diepgaande; b) grondig water; die aal is grondig, heeft een grondige smaak; nog: Z.-N. de grondige dag, de godganselijke. II. bw. (degelijk...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondig

('grondəch) bn. en bw. (-er, -st) 1. diepgaand, zakelijk, degelijk: -e kennis; iets overwegen. Syn. diep. 2. ingrijpend : een -e verbetering. 3. op vaste grond steunend, hecht, stevig : -e redenen. 4. met gronddeeltjes bezwangerd: water. 5. grondachtig: -e vis.