Wat is de betekenis van Grondeigenaar?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grondeigenaar

m. (...naren, -s), eigenaar van een stuk grond (in tegenst. met de huurder of pachter); iemand die vaste goederen bezit.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grondeigenaar

m. grondeigenaars, grondeigenaren (grondbezitter).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grondeigenaar

('grond) m. (...naren, -s) grondbezitter.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grondeigenaar

GRONDEIGENAAR, m. (...naren, -s), de eigenaar van een stuk grond (in tegenst. met den huurder of pachter); iemand die vaste goederen bezit; ...EIGENDOM, m. het eigendomsrecht op grond; het in eigendom hebben van grond, grondbezit; —, o. (-men), een stuk grond, dat iemand in eigendom heeft, landerijen.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)