groeze
(ww) fruit en groente eten BM.
Van Dale Uitgevers (1950)
ook GROES, v. (groezen), 1. (gew.) met groen of gras bewassen land ; (ook) begroeid buitenland, gors; 2. (gew.) grasnerf: de groes afsteken, zoden steken ; 3. (gew.) gescheurd en tot bouwland gemaakt weiland, dries : een groeze blijft jaren lang vruchtbaar zonder gemest te worden; 4. (gew.) groen gras, te veld staande of gemaaid;...
J.H. van Dale (1898)
GROEZE, ook GROES, v. (groezen), (gew.) met groen of gras bewassen land (ook) begroeid buitenland, gors; (gew.) grasnerf: de groes afsteken, zoden steken; — (gew.) gescheurd en tot bouwland gemaakt weiland, driesch: eene groeze blijft jaren lang vruchtbaar zonder gemest te worden; — (gew.) groen gewas, te veld staande of gemaaid: de gr...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: