Wat is de betekenis van Groetenis?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groetenis

v. (-sen), groet, inz. aan of van iemand die afwezig is : iemand de groetenis doen;de groetenis! (iron.) dat kun je denken, morgen brengen! — (Zuidn.) engelse groetenis, engelse groet, het Ave Maria.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groetenis

v. groetenissen (groete): doe de groetenis aan je vader! vero., gew., lit. t.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groetenis

('groetənis) v. (-sen) Veroud. 1. groet : de engelse -, die van de engel aan Maria, nl. Wees gegroet. Maria enz. 2. groet aan een afwezige : iemand de doen; de thuis, beleefdheidsformule bij het afscheidnemen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Groetenis

GROETENIS, v. (--on), groet, inz. aan of van iemand die afwezig is: iemand de groetenis doen; de groetenis thuis, beleefdheidsformule bij het afscheidnemen; — (R. K.) engétsche groetenis, begroeting van Maria door den engel, het Ave Maria.