Wat is de betekenis van groeperen?

groeperen - Werkwoord 1. (ov) in groepen stellen Woordherkomst afgeleid van het Franse grouper (met het achtervoegsel -eren)

Groeperen is het maken van groepjes van een bepaalde hoeveelheid, door ze te scheiden van de rest. Dit is een voorbereiding op de basisbewerkingen met getallen (bijvoorbeeld optellen en aftrekken). Maar ook als leerlingen al vaak sommen hebben gemaakt, blijft groeperen een nuttige activiteit. Het brengt hun weer even in herinnering wat ze precies a...

groeperen - regelmatig werkwoord uitspraak: groe-pe-ren 1. in een bepaalde volgorde of opstelling zetten ♢ ik heb de deelnemers aan de schoolreis gegroepeerd naar klas Regelmatig werkwoord: groe-pe-ren ik groepeer...

groeperen: verschillende pelotonnetjes die zich samenvoegen.

(wdk ww; groepeerde; h. gegroepeerd) - zich tot een groep, peloton aaneensluiten: gegroepeerd rijden, als een groep, peloton fietsen. • Bij gegroepeerd gestarte wedstrijden mogen de oproepen naar de start van de renners niet eerder beginnen dan 20 minuten voor de geplande start van de wedstrijd. (KNWUR) • De eerste berg komen alle favorieten nog g...

v., skikke.

...

(groepeerde, heeft gegroepeerd), (<Fr.), 1.schild.) figuren tot een groep bijeenschikken: wanneer de schilder groepeert, draagt hij zorg dat het motief van zijn stuk zo goed. mogelijk uitkomt; 2. (in ’t alg.) in groepen verenigen, afdelen; — de cijfers groeperen, getallen, sommen (b.v. in begrotingen, in statistieken)...

gegroepeerd (bijeenschikken; tot een groep verzamelen): de schilder van een stilleven dient zijn voorwerpen smaakvol te groeperen; statistiek: de cijfers weten te groeperen, zó te schikken, dat ze een gewenste indruk maken.