Wat is de betekenis van groenachtig?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

groenachtig

neigend naar groen. neigend naar groen; met een groene tint. Voorbeelden: Van dat water is me het best bijgebleven dat het kristalhelder was. Op enige afstand leek het groenachtig. En als je het vanaf mijn tantes huis zag, bij mooi weer, was het een schitterend turkoois, dan leek het meer op een enorme edelsteen midden in de heuvels....

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

groenachtig

groenachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. kleur gelijkend op groen hebbend De man noemde het groenachtig terwijl zijn kleurgevoelige vrouw het toch echt meer bruinachtig vond. Woordherkomst afgeleid van groen met het achtervoegsel -achtig

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Groenachtig

adj., grienich, grieneftich; — zijn, út ’en grienens skine, sjen.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groenachtig

bn. (-er, -st), een weinig groen,, naar het groen zwemende.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

groenachtig

bn. (zwemende naar de groene kleur, min of meer groen): een groenachtig behang.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

groenachtig

('groen) bn. en bw. (-er, -st) naar het groen zwemend : een -e kleur.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Groenachtig

GROENACHTIG, bn. (-er, -st), een weinig groen, naar het groen zweemende.