Wat is de betekenis van Groefbidder?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

groefbidder

(19e eeuw, vero.) aanspreker. • Maar ik vraag verder aan ieder, die zijn verstand niet aan banden legt, of Dr. Bronsveld reden heeft zich te beklagen, wanneer zulke jongelieden “een dominé” een ongelukkig man noemen, en of zij niet hetzelfde recht hebben om zulk een man, die niet meer in deze eeuw te huis behoort, uit te lac...

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Groefbidder

m. (-s), (gew.) doodbidder, nodiger ter begrafenis, aanspreker.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Groefbidder

GROEFBIDDER, m. (-s), (gew.) noodiger ter begrafenis, aanspreker.