Wat is de betekenis van Grimlach?

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Grimlach

s., gnyske (it).

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grimlach

m., minachtende, bittere of boosaardige lach.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grimlach

m. (bittere of boosaardige lach): met een spottende grimlach.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grimlach

('grim) m. (-je) kwaadaardige lach : een pijnlijke, spottende -. Syn. grijnslach.