grillen
(werkwoord) [alg.] roosteren - Er brand iets aan. Ben je aan het koken? Nee, de buren zijn zeker weer aan het roosteren.
Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)
(werkwoord) [alg.] roosteren - Er brand iets aan. Ben je aan het koken? Nee, de buren zijn zeker weer aan het roosteren.
Wiktionary (2019)
grillen - Werkwoord 1. (ov), (kookkunst) bruinen en braden op een open rooster (grill) boven een warmtebron ♢ Gebruik bij het grillen van vlees, gevogelte en vis altijd een druipschaal om uitlopend vet en vleessappen op te vangen. grillen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van...
Muiswerk Educatief (2017)
grillen - regelmatig werkwoord uitspraak: gril-len 1. een rilling door je lichaam voelen gaan ♢ ik moest grillen van die nare beelden 2. op de gril roosteren ♢ je moet deze biefstukje heel kort...
Van Dale Uitgevers (1950)
(grilde, heeft gegrild), I. rillen, huiveren; 2. van iets grillen, er van gruwen, griezelig van zijn.
M. J. Koenen's (1937)
grilde, h. gegrild (rillen, huiveren): de kou doet mij grillen; van iets grillen, voor iets grillen.
Jozef Verschueren (1930)
('grillən) (grilde, heeft gegrild) andere, minder gebruikelijke vorm van rillen, huiveren : van afschuw, koude -; in de koorts -; voor iets van iets -, ten gevolge van afkeer.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: