grijsharig
grijsharig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met grijs haar ♢ Het was een gezette en grijsharige man die een mouwloos vest droeg. Woordherkomst Samenstellende afleiding van grijs en haar met het achtervoegsel -ig Verwante begrippen bruinharig, goudharig, grijsaard, grijsheid, grijze...