grijpen
grijpen - Werkwoord 1. plotseling iets of iemand beetpakken ♢ Hij wist snel de peuter te grijpen voor deze in de kolkende rivier viel. Woordherkomst van Middelnederlands gripen
Wiktionary (2019)
grijpen - Werkwoord 1. plotseling iets of iemand beetpakken ♢ Hij wist snel de peuter te grijpen voor deze in de kolkende rivier viel. Woordherkomst van Middelnederlands gripen
Muiswerk Educatief (2017)
grijpen - onregelmatig werkwoord uitspraak: grij-pen 1. vastpakken met je hand ♢ ik greep hem bij zijn arm 1. het geld ligt voor het grijpen [je kunt het overal pakken] ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., gripe, grape, pakke, fetsje; voor het — liggen, oan ’t klokketou hingje, oan ’e ring fan 'e doar hingje; (van wild door een hond), taeste.
Van Dale Uitgevers (1950)
(greep, heeft gegrepen), 1. (iets) met (een snelle beweging van) de zich sluitende hand vatten, met de hand beetpakken, om het vast te houden, te bemachtigen : hij greep het mes, dat op tafel lag ; de wouw schoot neer en greep het kieken ; — naar iets grijpen, de hand er naar uitstrekken (om het te bemachtigen, te hantere...
M. J. Koenen's (1937)
greep, h. gegrepen (1 met een plotselinge, rasse krachtige beweging van de zich sluitende hand omklemmen, pakken; 2 een tastende beweging maken met de uitgestrekte hand[en] of arm[en]; ook van dieren; 3 v. levenloze voorwerpen: vat op iem. krijgen, hem meesleuren; 4 in elkaar vatten): 1. ik greep het geld; naar iets grijpen; hij greep hem bij de (o...
Jozef Verschueren (1930)
(’grijpən) (greep, grepen; heeft gegrepen) 1. met een plotselinge en krachtige beweging van de zich sluitende hand, klauw enz. vatten en vasthouden : iemand bij de arm, de kraag -; de wouw greep het kuiken; naar een mes -; al wat men - en vangen kan. Gez. dat ligt voor het -, ligt overvloedig voor de hand of is overvloedig aanwezig; iets voor...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(greep, heeft gegrepen), I. overg., 1. (iets) met (een snelle beweging van) de zich sluitende hand vatten, met de hand beetpakken om het vast te houden of te bemachtigen: hij greep het mes, dat op tafel lag; naar iets —, de hand ernaar uitstrekken (om het te bemachtigen, te hanteren of om zich eraan vast te houden); voor het liggen, in overv...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: