Wat is de betekenis van Grifheid?

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grifheid

v., het grif zijn, promptheid, vlugheid, vlotheid : de grifheid van de handel.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grifheid

('grifheit) v. het grif zijn.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grifheid

GRIFHEID, v. het grif zijn, promptheid, vlugheid, vlotheid de grifheid waarmede alles aan een spoorwegstation wordt uitgevoerd.

Gerelateerde zoekopdrachten