Wat is de betekenis van Griffo?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

griffo

(1987) (turbotaal) variant van greffo*. grijnsbek (17e eeuw, vero.) (inf.) huilebalk. • Nou, grijnsbeck, komt hier; hoe leydt de jonge so en huylt? (G.A. Bredero: De werken van G.A. Bredero. 1610-1620) • (Dirk Geirnaert & Roland De Bonth: Klimaatschieter, dwangzoen en kastelen in Spanje. 2019)

2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Griffo

afstammeling van een neger en een mulattin.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

griffo

('griffo) m. (-’s) [Sp.] afstammeling van een neger en een mulattin.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Griffo

GRIFFO (Sp.), in. (-’s), afstammeling van een neger en eene mulattin.