griet
(17e eeuw) (inf.) meisje, vrouw. De gevoelswaarde wordt bepaald door de toon waarop het woord wordt uitgesproken of door een nadere bepaling: 'een domme of onnozele griet; een rotgriet enz.' Het verkleinwoord heeft een positievere connotatie. Dat was al het geval in de 16de eeuw, bijvoorbeeld bij Jacob Cats: 'Elck prijst sijn Grietjen al is se beg...