Wat is de betekenis van Grienen?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grienen

grienen - Werkwoord Woordherkomst uit het Middelnederduits Synoniemen huilen, wenen, janken, schreien, kermen, klagen, snikken, snotteren, jammeren, jengelen, krijten Antoniemen lachen

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Grienen

v., grine, lipe, snotterje, biiz(g)je.

2024-04-20
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Grienen

grijnslachen, grijnzen; huilen, grienen.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grienen

(griende, heeft gegriend), huilen, dwingend pruilen (inz. van kinderen).

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grienen

= grijnen.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

grienen

(griende, heeft gegriend), (onoverg.) huilen; dwingend pruilen (m.n. van kinderen).

2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Grienen

GRIENEN, (griende, heeft gegriend;, schreien, dwingend pruilen (inz. van knorrige kinderen). GRIENER, m. (-s), een kind dat veel grient; (ook) iem. die zeurt en lamenteert.