Wat is de betekenis van Griekse?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Griekse

Het begrip Griekse heeft 2 verschillende betekenissen: 1) vrouw uit Griekenland. vrouw met de Griekse nationaliteit; vrouw die behoort tot het Griekse volk; vrouw die afkomstig is uit Griekenland; inwoonster van Griekenland. 2) inwoonster van het oude Griekenland. vrouw die behoort tot het Griekse volk in de klassieke oudheid; inwoon...

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Griekse

(1840) (Barg.) luis. Syn.: Hanswalter*; overloper*; piet*; ruiter*. • Grieksche: luis, jeukte. (Jac. van Ginneken: Handboek der Nederlandsche taal. Deel II. De sociologische structuur onzer taal II. 1914) (Bargoensche woorden in 1892-94 nog te St. Truiden, Bilsen en omstreken in gebruik) • Ik raakte onder de griekse toen er een priemerik...

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Griekse

Griekse - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoonster van Griekenland of een vrouw afkomstig uit Griekenland Griekse - Bijvoeglijk naamwoord 1. verbogen vorm van de stellende trap van Grieks Woordherkomst Afgeleid van Griek met het achtervoegsel -se

Wil je toegang tot alle 6 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

griekse

luis Omstreeks 1840 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordverzameling uit Zele in Oost-Vlaanderen. Ook aangetroffen als grikse en in de samenstelling wandgrieksen (‘wandluizen’). • Ik raakte onder de griekse. ¶ J.A. Visscher, Schooier waar ga jij naar toe (1939), p. 89. De schrijver verklaart de betekenis in een voetn...