Wat is de betekenis van grenswachter?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

grenswachter

bewaker van een landsgrens. iemand die de grens tussen twee landen bewaakt tegen ongewenste overschrijdingen. Voorbeelden: De Amerikaanse grenswachters in de douanebarak gunnen ons paspoort geen blik, de Mexicaanse al evenmin. Giovanni Peirs, Het onvermogen, 2001 In Parijs klagen grenswachters over het probleem van visawetgev...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

grenswachter

grenswachter - Zelfstandignaamwoord 1. (beroep) bewaker van de landsgrens Sinds het w:verdrag van Schengen|verdrag van Schengen is er weinig behoefte meer aan grenswachters 2. douanier Woordherkomst samenstelling van grens en wachter Synoniemen grensbewaker

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Grenswachter

m. (-s), 1. bewaker van de landsgrens; (ook) ambtenaar der douane; 2.(voetbalspel) grensrechter.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

grenswachter

m. grenswachters (bewaker der grens; douanebeambte).

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

grenswachter

m.(-s) wachter aan de grens nl. 1. bewaker der landsgrens. 2. doeaneambtenaar. 3. hij die, met een vlagje in de hand, langs de grens van het voetbalveld loopt en het sein geeft dat de bal ,,uit” is.